dinsdag 28 oktober 2008

Over draaiautomaten

In een klassieke draai automaat is maar met moeite een draaibank te herkennen. Omdat alles automatisch moet gaan is er in meerdere gereedschaphouders voorzien. Dat is het eerste verschil met de draaibank die we van de technische school kennen. En al die gereedschappen bewegen automatisch in de cyclus waarin één automaten-draai-werkstuk wordt gemaakt.

Dat automatiseren is door de technici in de loop der tijd op totaal verschillende manieren opgelost, en dat komt omdat er verschillende soorten techneuten zijn. Techneuten komen zowel lui als ijverig voor, en er zijn briljante en belabberde techneuten.
Een slechte, luie technicus is niet zo’n probleem, die maakt niets, dus ook geen schade.
Een slechte, ijverige technicus is een ramp, want hij zal de ene na de andere slecht werkende constructie verzinnen. Een ijverige, goed technicus maakt alles (te) mooi en daardoor (te) ingewikkeld. Hij zal zijn constructies goed, en volgens de regels, doorrekenen, waardoor er (precies) voldoende sterkte of snelheid op de kritische plekken voorhanden is. Met als gevolg weinig reserve, en een apparaat wat op wonderbaarlijk vernuftige wijze zijn taak verricht, en een goede kans heeft op een korte levensduur.
Het ideaal is, mijns inziens, een goede, luie technicus. Die zal een oplossing verzinnen die goed werkt, en met minimale inspanning in bedrijf gehouden kan worden.

De bekendste draai automaten komen uit Duitsland. De Duitsers staan bekend als een gezagsgetrouw, ijverig volk, met respect voor orde en regels. En de Duitsers zijn goed in techniek. Het gevolg is dus ook dat Duitse machines haast te mooi zijn om waar te zijn, en daardoor, in mijn beleving, ook vaak kwetsbaar. Er zijn (of beter, er waren ooit) uitzonderingen.

Een goede Duitse technicus, laten we hem Herman noemen, vond de draaiautomaten waar hij bij zijn baas, een gerenommeerd fabrikant van deze machines, aan werkte kennelijk te ingewikkeld. Hij verzon een briljante, eenvoudige, basis constructie. Hiermee wist hij bijna onverwoestbare machines te bouwen. En het mooiste was dat onderdelen in ruime mate uitwisselbaar waren. Daardoor hoefden niet alle hulpstukken per machine en per product apart aangeschaft of gemaakt te worden. Kennelijk vond dit in de ogen van zijn baas geen genade, want Herman is voor zichzelf begonnen.

Het bedrijf van Herman heeft enige decennia bestaan, en is groot en toonaangevend geworden. Helaas is er nooit een goede opvolger gekomen, dus na het verscheiden van Herman werden de machines ingewikkelder, en het marktaandeel kleiner. Uiteindelijk hebben de nazaten van zijn oude baas het bedrijf van Herman een jaar of tien geleden ingelijfd. Als ultieme wraak maken ze nu erg ingewikkelde en onoverzichtelijke machines die de achternaam van Herman dragen.
Simpele, degelijke, Duitse draaiautomaten zijn er niet meer.

De Franse techniek is ook bij vlagen briljant, vooruitstrevend en gezond eigenzinnig. Ik denk hierbij aan André Citroen, die onder andere als eerste voorwielaandrijving toe wist te passen. De Fransen hebben er ook een eigen slag van om machines te bouwen. Dat is de Franse slag, wat helaas niet echt een aanbeveling is.

Betrouwbare draaimachines komen tegenwoordig van ver weg, net als, bijvoorbeeld, auto’s en electronica.

Geen opmerkingen: