vrijdag 23 januari 2009

Kiezen en/of delen

Nu we toch zo gezellig over snedeopdeling bezig zijn wil ik gelijk maar uitleggen hoe snedeopdeling bij een langdraaiautomaat mogelijk is.

Er zijn twee mogelijkheden voor snedeopdeling bij een langdraaiautomaat.
Als de krullen echt niet te hanteren zijn, of als het gedraaide oppervlak er echt niet uit ziet, is er, behalve de hoeveelheid extra werk die dit met zich meebrengt, helemaal niets of niemand die je belet om de gewenste lengte in korte stukjes, zeg 1/3 of ½ van de geleidebus lengte, in meerdere sneden naar de gewenste maat te draaien. Afgezien van de extra inspanning en de extra tijd die het kost blijft het meestal ook zichtbaar op het product, maar dat hoeft niet altijd een bezwaar te zijn. In noodgevallen zou het zo dus kunnen.

Het is echter eenvoudiger als de langdraaier meerdere beitels tegelijk kan gebruiken. Want dan zet je heel simpel de voordraai beitel een paar tiende millimeter voor de nadraai beitel. Ook op ‘kortdraai’ machines wordt dit gedaan, en het heet ook wel een balanssnede. Zo is de snede verdeeld over twee beitels, en hebben we de oppervlakte kwaliteit en de spaanvorming beter in de hand.

Gelukkig is er geen voordeel zonder nadeel. Want de voordraai beitel krijgt de hoogste draaisnelheid voor zijn kiezen, en zou dus eigenlijk het hardste en meest slijtvast moeten zijn. De nadraai beitel krijgt veel minder meters materiaal per minuut te verwerken, en zou eigenlijk wat taaier moeten zijn. Maar de geometrie van de snijkant is bepalend bij de beitelkeuze, en meestal is het dus andersom. Ook hier is de voeding vaak kleiner dan volgens de optimale verhouding uit de snedediepte zou volgen. De gewenst oppervlakte kwaliteit bepaalt de voeding, die voor een ‘echte’ voordraaibeitel vaak te klein zal zijn. Het leven van een automatendraaier hangt van de compromissen aan elkaar, en ook hier komt het er op aan om de goede keuzes te maken. Maar na 50 jaar draaien lukt ons dat op zijn minst best wel aardig.

Geen opmerkingen: