dinsdag 31 maart 2009

Lichtgewicht

Na alle commotie over koper, en messing, in mijn vorige Blogs wil ik toch weer een lans breken voor aluminium. Aluminium is, mijns inziens, nog steeds een onderschat materiaal. De voordelen zijn evident: licht, goed te bewerken, ook op draaiautomaten, met een eenvoudige nabehandeling goed corrosie bestendig, in de juiste legering minstens zo sterk als de eerste de beste ‘urinoir legering’(pisbakken staal dus) en ook nog betrekkelijk milieu vriendelijk. Er is eigenlijk geen modern materiaal te noemen dat echt milieu vriendelijk is, en daarom heb ik er ‘betrekkelijk’ voor gezet.
Het kost heel veel energie om bauxiet (aluminium erts) in aluminium om te zetten. Maar als dat eenmaal gebeurd is, is aluminium bijna onbeperkt te recyclen. Helaas is het niet door middel van magneten uit het afval te scheiden, zoals ‘echte’ blikjes.
Daarnaast is aluminium tegen lage kosten te bewerken, en ziet met zorg vervaardigd aluminium automatendraaiwerk er gewoon gelikt uit.
Het belangrijkste nadeel lijkt de (kilo) prijs, maar omdat het maar ongeveer 1/3 weegt ten opzichte van staal is dit nadeel maar heel betrekkelijk. De hogere ‘meterprijs’ is snel terug te verdienen door de kortere bewerkingstijden.

Kort samengevat: aluminium is eigenlijk het (automaten)staal van de 21e eeuw.

maandag 30 maart 2009

Minder Goed koper

Naast Messing MS58 zijn er nog andere soorten. Messing is een legering van koper en zink, en vaak is er wat lood toegevoegd. Als een automatendraaier 'messing' zegt bedoelt hij meestal messing MS58. Messing MS58 bestaat voor ongeveer 58% uit koper. Vandaar ook de naam MS58. Voor de rest is het zink (ca. 49%) en Lood (ca 3%). En vooral dat lood is vaak een bron van discussie. Lood is een giftig metaal, en het gebruik van lood in, bijvoorbeeld waterleidingen, is al lang niet meer toegestaan (maar leeft nog voort in de beroepstitel ‘loodgieter’). Een heleboel koppelingen en kranen zijn nog wel van messing, dat dus ook zo’n 3% lood bevat. Verder bevat ook alle afval van bewerken van messing dit lood. Nu is dat niet zo’n ramp, omdat messingafval uitstekend te recyclen is tot nieuw messing. Het lood komt dus niet via het afval in het milieu terecht.
Omdat het lood in het messing ‘gebonden’ is, zal het niet zo snel vrijkomen en is het dus minder giftig. Daarom zijn er ook uitzonderingen gemaakt, nu alle materialen zoveel mogelijk loodvrij moeten zijn, mag messing MS58 over het algemeen nog steeds in zijn oude samenstelling gebruikt worden. Er wordt vast druk gezocht naar alternatieven, maar daar hebben wij, als draaiers, dus als gebruikers van messing MS58, nog niets van gemerkt. Dit in tegenstelling tot aluminium, waarbij onder druk van de regelgeving totaal nieuwe legeringen (zoals aluminium 6026) ontwikkeld zijn, die vaak de beste eigenschappen van oudere legeringen combineren. Ook hier is het lood niet volledig uitgebannen, maar wel heel erg verminderd.

Er zijn ook messing soorten zonder lood, zoals bijvoorbeeld Messing MS63, (cc. 63% koper, voor de rest alleen maar zink), dat onder andere voor de fabricage van messing buizen gebruikt wordt. Dit is heel zacht materiaal, dat zich goed laat vervormen, maar helaas niet geschikt is voor automatendraaiwerk. Daarom heb ik in dit betoog Messing MS58 steeds zo genoemd, om verwarring met andere materialen en toepassingen te voorkomen.

vrijdag 27 maart 2009

Goed koper

Wij krijgen nog steeds aanvragen voor draaiwerk in koper. Zeker nu koper goedkoper wordt kan dit weer vaker voor gaan komen. En koper is helemaal niet te draaien. In ieder geval niet dat zachte, zuivere, rode koper dat zo goed de elektriciteit geleidt. Want daar is het meestal voor, elektrische verbindingen of zachte klinknagels. Koper is zo goed geschikt om klinknagels van te maken omdat het zo lekker zacht is, en goed te vervormen. En die twee, voor klinknagels zo gewenste eigenschappen, maken het voor draaien hopeloos materiaal. In ieder geval voor het draaien van kleine onderdelen in series op automatische machines, automatendraaiwerk dus.

Wij hebben wel honderdduizenden klemringetjes gedraaid, gewoon van messing (ook wel geelkoper genoemd). MessingMS58 is een fantastisch materiaal om te draaien, als je het niet erg vindt om vaak de machine schoon te maken en met splinters in je vingers te lopen. Het materiaal is redelijk hard, kortspanig, en door het aanwezige lood wordt het gereedschap gesmeerd, zodat het vrijwel niet slijt. Daarnaast zijn messing spanen eenvoudig om te werken naar nieuw materiaal. Bij onderdelen waar veel materiaal weggehaald wordt is messing nog steeds uitermate populair, kijk maar eens bij de DHZ winkel naar waterleiding en CV aansluit en koppel materialen.
Dit harde messing kun je zachtgloeien, (bij zo'n 500 a 600 graden) en dan is het goed te vervormen, en dus heel geschikt voor knelringen en klinkbare onderdelen.

Voor electrische toepassingen is er tellurium koper verkrijgbaar. Ik weet niet precies wat tellurium is ( het is een metaal, met chemisch symbool Te, Tellurium koper heet dus CuTe) maar aan de prijs van CuTe te zien moet het duurder zijn dan goud. En het is verwonderlijk hoe een klein beetje van dit metaal (ongeveer een half procent) toegevoegd aan koper het niet alleen vele, vele malen duurder maakt, maar ook opeens uitstekend verspaanbaar.
En al is CuTe in aanschaf niet goedkoper, voor automatendraaiwerk is het goed koper!.

Voor meer informatie over CuTe zie http://www.hamel.nl/Files/File/documentatie/KoperOSNA-Cu58.pdf

donderdag 26 maart 2009

Wie helpt me?

Ik weet nu niet meer zeker of je automatendraaiwerk nu wel of niet aan elkaar moet schrijven.
In het kader van het checken van de website op mogelijke trefwoorden heb ik het toch eens opgezocht in wikipedia én de (gratis) online versie van de van de dikke van Dale, en in beide gevallen vond ik geen resultaat.
Is het nu automatendraaiwerk of automaten draaiwerk? Persoonlijk neig ik naar de eerste versie. Anderzijds schrijf ik wel serie draaiwerk, en geen seriedraaiwerk. Voor ik verder ga met deze stukjes zou ik daar eens diep over moeten nadenken. Maar dat is nu net één van mij zwakke punten, nadenken. En als het dan nog diep moet ook.

Ik wil mijn taal correct gebruiken (daar zal vast wel iets op aan te merken zijn), en taal is een levend iets. Als we met zijn allen een woord maar vaak genoeg ‘fout’ gebruiken komt het vanzelf met die betekenis in het woordenboek. Want een woordenboek is er niet per sé om uit te leggen hoe het moet, maar eerder om te vertellen wat een woord betekent.

Dus automatendraaiwerk of automaten draaiwerk, wat is nu de correcte term voor serie draaiwerk (of seriedraaiwerk) dat op automatische draaimachines gemaakt is.

Eigenlijk wel vreemd, wij zijn heel goed in automaten draaiwerk (of automaten draaiwerk), maar we weten niet eens hoe je het nu eigenlijk schrijft. Maar zo kan een koe uitstekend melk maken, en die weet niet eens wat schrijven is. Dus is onze twijfel tussen automaten draaiwerk of automatendraaiwerk eigenlijk niet echt storend.
Zolang ons draaiwerk maar deugt (en dat doet het!!)

woensdag 25 maart 2009

Draai er niet om heen

Draaien is niet echt moeilijk, als je het maar vaak genoeg doet. Bij het draaien komt er redelijk wat ‘fingerspitzengefühl’ en vakmanschap kijken. En dat is door de invoering van de CNC draaibank echt niet minder geworden. Vroeger kon iedereen wel voelen dat een boor of beitel bot werd, of dat de snedediepte of de aanzet te groot was, want dan kreeg je het gereedschap gewoon niet verder naar voren. Nu moeten we op veel ‘kleinere’ details letten. En dat geldt voor automatendraaien natuurlijk nog sterker. Want als de machine eenmaal loopt, loopt de draaier, of eigenlijk de machine insteller er bij weg. Dus horen of gereedschap gaat schreeuwen of huilen is er ook niet meer bij. Een echte draaier kan aan de spanen vaak al zien hoe of het goed gaat. Maar het duurt even voor een draaier zover is.
Bij een draaiautomaat is de controle over de spaanvorming helemaal belangrijk. Als spanen zich om het gedraaide onderdeel of het gereedschap wikkelen kan de koelolie zijn werk niet meer doen, het gereedschap slijt dan sneller, en zowel de maatvastheid als het uiterlijk van het draaiwerk zijn in het geding.
Draaiwerk, dus ook serie draaiwerk, zoals automatendraaiwerk, is modern vakmanschap. De mensen me de juiste opleiding en ervaring zijn tamelijk dun gezaaid.

Ik zal er niet omheen draaien, deze Blog is er vooral om de boodschap uit te dragen dat je serie draaiwerk het beste kunt uitbesteden bij deze zeldzame vaklieden.

dinsdag 24 maart 2009

Aan de rol, 3, over inwendig draadrollen.

Het wordt (nog) een beetje lastiger bij het rollen van inwendige schroefdraden.
Heel vaak is de diameter van de schroefdraad klein ten opzichte van afmetingen van het (draai) werkstuk, Dus het materiaal kan zich niet in de lengte verplaatsen, daarvoor is de invloed van de roltap gewoon te klein. Dus moet het gat nauwkeurig genoeg zijn. Bij een te klein gat zal de roltap breken, en bij een te groot gat houd je geen volwaardig schroefdraad over. Voor een M4 of M5 heb je ongeveer + en – 0,03 mm tolerantie ruimte. Bij kleinere schroefdraden evenredig minder (bij M1,4 + en – 0,01). Zeker in lastige materialen zal een boor deze nauwkeurigheid niet in één keer kunnen maken, of lang volhouden. Dan is de meest voor de hand liggende oplossing om het gat, voor het roltappen, te ruimen. En helaas is ruimen één van de meest tijdrovende verspanende bewerkingen. Een heel groot voordeel van het roltappen, de tijdwinst, wordt bij kleine diameters dus al meer dan gecompenseerd door de gewenste uitgangsnauwkeurigheid van het toekomstige draadgat. Daarnaast is er ook een extra gereedschapspositie nodig voorde ruimer. En die zijn,zeker bij een wat complexer product, meestal schaars op een draaiautomaat.
Bij grotere draaddiameters wil roltappen nog wel eens misgaan omdat voor deze bewerking vrij veel koppel nodig is. Niet iedere machine is zo sterk. De klassieke draai automaten en revolverbanken, waar je het gewenste toerental bereiken door van een motor met vast toerental via een ‘versnellingsbak’ of poelies en riemen de overbrenging verhouding in te stellen is dit meestal geen probleem. Op die draaimachines ruil je snelheid in tegen koppel, en dat gaat goed. Maar een machine met een continu variabel toerental kan in de lage toerentallen zomaar koppel te kort komen voor het roltappen.
In het automatendraaiwerk is roltappen een welkome aanvulling op de fabricage methoden, maar het ken ook wat beperkingen.

maandag 23 maart 2009

aan de rol, deel 2

Ik zou vandaag ingaan op de nadelen van het profielrollen op de draaiautomaat.

Zoals één van onze grootste filosofen ooit gezegd schijnt te hebben: Elk nadeel heb zijn voordeel.En zo heeft ook ieder voordeel meestal wel een nadeel tegenover zich staan. En zelfs het zo makkelijke, snelle en veelzijdige profielrollen heeft nadelen. (Ik noem het hier profielrollen, om zo in één moeite gladrollen (glad is ook een profiel) en schroefdraadrollen tte kunnen benoemen).
Het materiaal wordt alleen maar verplaatst. De wet van behoud van massa geldt, dus er komt niets bij (dat lukt in verspanende processen ook niet), en er wordt geen materiaal weggenomen (dat is juist het kenmerk van een verspanende bewerking). Het werkstuk moet dus precies aan de maat zijn. Een passing van 8h6 gladrollen houdt in dat je ook feitelijk maar 0,008 mm tolerantie ruimte voor het rollen hebt. Als je het werkstuk meer gaat verdichten moet het materiaal toch ergens heem en kunnen er fluctuaties in de lengtematen optreden.

Voor schroefdraad geldt dus het zelfde. In praktijk heb je ongeveer de tolerantie die voor de flankenmaat van de te rollen schroefdraad geldt. Voor M10 heb je bijvoorbeeld ca. + en- 0,05 mm ‘de ruimte’. Daarom is draadrollen zo’n mooie techniek om te combineren met langdraaien. Op een langdraaier kun je lange, slanke, producten draaien met ongeveer de nauwkeurigheid van het uitgangsmateriaal. Maar als de diameter eenmaal afgedraaid is ontbreekt de steun van de geleidebus, en is draadsnijden meestal niet meer goed mogelijk. Draadrollen biedt dan niet alleen uitkomst, maar ook alle voordelen die aan het proces eigen zijn (een sterkere, gladdere, nauwkeuriger schroefdraad dan een gesneden draad.) Het zelfde geldt voor gladgerolde oppervlakken.
En zo is draadrollen in het automatendraaiwerk eigenlijk een ondergewaardeerde techniek. Het is ook een beetje een 'don't try this at home techniek, gewoon omdat de benodigde rolkoppen of draadrolmachines niet echt goedkoop zijn, en vaak maar een beperkt inzetbereik hebben. Ons 'beperkte' assortiment rolkoppen bedraagt ook al zo'n 7 stuks.

Morgen deel 3, over inwendig draadrollen.

vrijdag 20 maart 2009

aan de rol

Aan de rol,

Eén van de meest voorkomende bewerkingen bij het automatendraaiwerk is het maken van schroefdraden. Dat kan zowel een inwendige als een uitwendige schroefdraad zijn.
Onder andere vanwege die schroefdraden wort automatendraaiwerk wel eens (oneerbiedig) met bouten en moeren fabricage vergeleken. Bij schroefdraden denken we onder anderen aan tappen, snijmoeren, wringijzers en draadsnijplaten. Daarnaast kun je schroefdraden ook maken door te frezen, of met een ‘springkop’.
Al deze methoden hebben hun toepassingsgebied en hun voordelen, maar ze kennen ook nadelen. Het belangrijkste nadeel is dat de het snijdende bewerkingen zijn, waardoor de structuur van het materiaal verstoord wordt. Iedere snede maakt (microscopische) ‘littekens’, die ieder weer het begin van een (haar) scheur kunnen zijn.

Er is een hele simpele, en ook snelle, methode die dit nadeel niet heeft: draadrollen.

Bij draadrollen wordt het materiaal vervormd tot de juiste (schroefdraad) vorm ontstaat. Dit gebeurt door twee of drie rollen, waar het gewenste (schroefdraad) profiel in zit, en deze als het ware in het uitgangsmateriaal ‘afdrukken’. En zo kun je niet alleen schroefdraden maken, maar ook allerlei andere profielen, of juist perfect gladde oppervlakken.
En voor (kleine) inwendige schroefdraden zijn er roltappen, die op het zelfde vervormende principe werken, en als groot voordeel nooit last van hun eigen spanen hebben (de meeste tappen breken door vastlopen in hun eigen spaan als ze het gat weer uit gaan)

Doordat het materiaal vervormd wordt is het gevormde (schroefdraad) oppervlak gladder, slijtvaster en sterker dan met een verspanende (snijdende) productie methode mogelijk is. En de maatvastheid is uitstekend. Gladrollen kan in sommige toepassingen harden en slijpen vervangen, want het gevormde oppervlak is dichter, en daardoor slijtvaster den voor het rollen.

Gelukkig heeft draad en gladrollen ook zijn nadelen, anders zou het te mooi zijn.
En dat lijkt me weer een leuk onderwerp voor de volgende keer.

donderdag 19 maart 2009

Pakkend,

Ik heb gisteren met een hele grote mond gezegd dat wij ‘meerspillige’ draaiautomaten hebben. Gelukkig heb ik daar wel gelijk het voorbehoud gemaakt dat je dan afwijkend moet redeneren. De klassieke ‘meerspil’ heeft zijn (meestal 6) spillen parallel, en ze schakelen van bewerkingsstation naar bewerkingsstation.
Op ieder bewerkingsstation staan één of meerdere gereedschappen klaar om het product te bewerken. Zo wordt de stuktijd van één product de langste bewerkingstijd, plus de schakeltijden tussen de stations. Het voordeel is natuurlijk een enorme productiviteit. Het nadeel is o.a. de iets geringere nauwkeurigheid (want de verplaatsing van de spindels heeft ook zijn beperkingen op de herhalings nauwkeurigheid). Bovendien moeten alle spantangen en aanvoertangen in zesvoud aanwezig zijn. En de insteltijden zijn wat langer, gewoon omdat het meer handelingen zijn, die nauwkeurig op elkaar afgestemd moeten worden. Maar als de meerspillige draaiautomaat draait, gaat hij ook echt snel! Grofweg 4 x zo snel als een vergelijkbare eenspiller.

Wij hebben machines met een overname spil. Deze pakt het gedraaide product over (de naam zegt het al), en na het afsteken kan de achterzijde van het draaideeltje op de tweede spil verder bewerkt worden. Dit noem ik dus een tweespiller. Bij slim opdelen lukt het (soms) ook om de draaideeltjes tot ruim 1,5 zo snel te maken als op een ‘gewone’ CNC draaiautomaat. Maar het leukst is wel dat de gedraaide onderdelen in één keer helemaal klaar zijn. Want bewerkingen aan de achterzijde gaan in één moeite, vaak binnen de zelfde tijd, door.
60% van onze draaimachines zijn met zo’n (over) pakkende spil uitgerust. Dat draait ook wel vlot door.

woensdag 18 maart 2009

Meer meer meer meer,

Bij het starten van deze Blog heb ik een aantal typen draaiautomaten besproken, en tenminste één type is helemaal overgeslagen. Dat is de meerspindel draai automaat. En dat komt voort uit onbekendheid met deze machines. En die onbekendheid is een bewuste keuze.

Ik vertelde gisteren over het uitsterven van de curven gestuurde draaiautomaat in ons bedrijf. Echt uitgestorven is dit type nog niet, maar als er een rode lijst zou zijn, zou de curven gestuurde draai automaat daar bij ons met stip bovenaan op staan.

Bij grotere series zou een CNC meerspindel draaiautomaat eerder een aantrekkelijke optie zijn dan een curven gestuurde draaiautomaat. Niet dat een meerspindel nu heel flexibel is. Daarom hebben wij gekozen éénspindel CNC draai automaten, en voor meerdere machines per type.

Heel gemiddeld genomen kan een 6 spindel ongeveer 4 keer zo snel zijn als een eenspindel draaiautomaat. Maar dan kun je maar één type product tegelijk maken. Terwijl je op meerdere machines gewoon verschillende dingen tegelijk kunt doen als je series minder groot is. En de langere insteltijd voor een zesspindel blijft bij kleinere series. Zes keer zoveel tangen verwisselen, zes materiaal aanvoeren afstellen, alles moet in veelvoud. Dan is een meerspindel niet altijd sneller klaar. Terwijl je op vier één spillige automaten vier keer het zelfde draaideeltje kunt maken, of vier verschillende draaiwerkstukken. Of je kunt één machine langere tijd continu laten draaien, terwijl je een meerspil vaker moet onderbreken en omstellen om niet met hele grote tussenvoorraden opgescheept te zitten.
Nu is deze redenering wel beperkt tot onze kleine draaiautomaten, want ik denk wel dat één zesspil veel minder vloeroppervlak in beslag neemt dan, bijvoorbeeld 4 stuks Miyano BNJ42SY. Aan de andere kant weet ik niet of er zesppillers zijn met Y as, en een C as op hoofd en overname spil.

Eigenlijk zijn de meeste van onze machines twee spillige draai automaten, want vaak kan op de overname spindel compleet en onafhankelijk van de hoofdspil verder bewerkt worden. En dat scheelt ook op de stuktijd. Alleen als je zo redeneert hebben wij toch ‘een beetje’ meerspillers.

dinsdag 17 maart 2009

Voorjaars schoonmaak

Op dit moment is iemand bezig om de onderdelen kast door te lopen. In deze kast bewaren wij de specifieke gereedschappen die wij per product gemaakt (of ingekocht) hebben.
En dan zie je wel wat voor impact de CNC techniek op het automatendraaien gehad heeft. En nou was die kast een paar jaar geleden ook al eens helemaal doorgelopen om ruimte te maken.

Om te beginnen komen er natuurlijk steeds meer curven vrij, van curven gestuurde draaiautomaten die we niet meer hebben, of, als ze er nog staan, steeds minder gebruiken. En profiel gereedschappen zijn overbodig geworden, want met een CNC gestuurde machine kun je vrijwel iedere vorm maken. De beitel legt dan wel een langere weg af, maar door de hogere snijwaarden van hardmetaal is het product toch sneller klaar.

Curven maken was een vak apart, en dus ook een vakman apart. En als de curve dan eenmaal gemaakt was en proefgedraaid had moest deze, voor een lange serie, gelijk weer van de machine om gehard te worden. Waarna er vaak iets net niet meer paste, of de klant het product wijzigde. Het omslagpunt voor de keuze tussen CNC en curvengestuurd is heel sterk naar de CNC draaiautomaat toegeschoven.
Met het verdwijnen van de curven gestuurde draaiautomaat moest ook onze gereedschapmaker iets anders gaan doen.

Ook zijn er veel opspanmalletjes voor extra bewerkingen overbodig geworden. Tegenwoordig gebeuren deze bewerkingen, zoals platte kanten frezen, sleuven maken, dwarsgaten boren etc. in een moeite door op de draaiautomaat. Dat kan tot en met markeren toe, we zijn nu bezig om de naam van de klant in een productje te graveren.

En zo komt een werkstukje, dat voorheen misschien wel drie of vier bewerkingen onderging, nu in één keer van de machine. Door met veredelde materialen te werken kan soms zelfs een thermische behandeling overgeslagen worden. We hebben tegenwoordig echt veel krachtiger, veelzijdiger en nauwkeuriger machines. Maar niet alles kan in één keer kant en klaar van de machine komen. Zo willen galvanische bewerking op de draaiautomaat nog niet lukken. Zelfs ontvetten is lastig.

donderdag 12 maart 2009

Eigenlijk heb ik alles nu wel besproken van het automatendraaien. De draaiautomaten, de draai gereedschappen, de automaten legeringen en de koelvloeistoffen. Twee belangrijke dingen heb ik nog niet besproken, en dat is het automatendraaiwerk, de onderdeeltjes die op draaiautomaten gemaakt worden, en de automatendraaiers, de mannen (m/v) die de draaiautomaten programeren, instellen, en draaiend houden.

Over het eerste kan ik kort zijn: ik kan niet veel over automatendraaiwerkstukken zeggen, omdat het intellectueel eigendom, zoals dat zo mooi heet, bij onze afnemers berust. Als ik iets over de details van een bepaald werkstuk vertel, klap ik uit de school. Maar op onze website zijn wel foto’s te zien van de verschillende onderdelen die wij maken.

En over de automatendraaiers vertel ik niet zo veel, want dan zou ik het weer over mezelf hebben. Dus volgende keer toch maar weer weetjes en feitjes over materiaal, machines en gereedschappen.

woensdag 11 maart 2009

Heavy metal

Als iemand vraagt wat wij maken dan zeg ik meestal “Herrie” , want wij draaien veel “Metal”, en dat is knap zwaar, “Heavy Metal” dus. En dat draaien we vooral met hardmetaal. De tijd van de zelf geslepen snelstalen beitel ligt, ook in het automatendraaien, inmiddels wel achter ons. Voor een echte special willen we nog wel eens iets aanpassen, maar de beitels die kant en klaar uit een doosje komen zijn over het algemeen veel betrouwbaarder. En als ze toch bot worden zijn hardmetalen wisselplaatjes veel eenvoudiger te vervangen dan een hele beitel die er uit moet, en vervolgens, na het slijpen, weer opnieuw ingemeten moet worden, al dan niet met één of meerdere proefproducten. Een wisselplaatje zit meestal binnen een paar honderdsten van een millimeter weer op de zelfde plek.

Eén vooroordeel wil ik absoluut naar het land der fabelen verwijzen. Namelijk dat hardmetaal minder snel zou slijten dan snelstaal. En dat kan ik ook motiveren: Als je een HSS beiteltje gemaakt hebt, en het werkt goed, dan wil je het liefst dat de beitel zo lang mogelijk meegaat. En een hardmetalen wisselplaatje dat je binnen een minuut kunt vervangen, en met één proefsnede weer aan de maat hebt (er even van uitgaande dat de automatisch inmeet hulpmiddelen niet tot op de laatste 0,01 mm nauwkeurig werken) dan ga je natuurlijk sneller produceren. En in plaats van de hele serie gaat het wisselplaatje opeens nog geen dag mee. Maar je hebt dan wel heel veel meer produktjes gemaakt.

Bij automatendraaiwerk is het dus van belang het optimum tussen standtijd en productie te vinden .Want niet iedere beitel laat zich binnen een minuut vervangen, en bij een zo kort mogelijke stuktijd krijg je natuurlijk wel meer stilstandtijd om de beitels daadwerkelijk te wissen. De tabellen die uitgaan van 5 tot 15 minuten ‘zuivere snijtijd’ zijn voor automatendraaiwerk dus echt veel te optimistisch. Eén beitel vorode hele serie komt nog wel eens voor, ook als de serie een paar duizend stuks bedraagt. Maar dat is dan meestal wel een teken dat het de volgende keer sneller kan.

dinsdag 10 maart 2009

waarom zou je afval maken?

Waarom zou je afval maken als je het toch maar weggooit? Dat is zo’n kreet van ‘Loesje” die me altijd bij gebleven is. Dat was op een voorlichtings bijeenkomst over milieu beheer voor bedrijven. En dat slaat de spijker op zijn kop. Ik word wel eens benaderd met de vraag of, en hoeveel olie wij afvoeren.Meestal door bedrijven die graag de olie af zouden willen voeren. EN ze worden altijd minder enthousiast al ik de hoeveelheden, of beter, hoeweinigheden noem.

Metaalbewerking, en dus ook automatendraaien, kan bijna niet zonder metaalbewerkingvloeistoffen. En dan bedoel ik geen water voor het waterstraalsnijden, maar de koel en smeermiddelen die gebruikt worden om de standtijd van het gereedschap te verlengen. Nu is het een soort wetmatigheid dat wat goed is voor het gereedschap en de draaimachine meestal niet zo goed is voor de mens. Meestal, en dus niet altijd. Wij zijn in aan de rand van een prachtig natuurgebied gevestigd, en ik ben geïndoctrineerd, sorry, opgevoed, in de jaren 70, toen de milieulobby al veel aanhang onder middelbare school docenten had. De zorg voor de omgeving is mij dus met de paplepel ingegoten, en zodra ik een neus buiten de deur steek wordt ik direct aan het belang van deze zorg herinnerd. Wij zijn voor het bedrijf dus altijd op zoek naar mens, en dus milieu, vriendelijke oplossingen. We zijn zelf regelmatig in contact met de vloeistoffen, en we ademen de dampen in. Dus willen we olie die niet dampt. We willen ook weinig afval maken, en wat we maken moet zo min mogelijk schadelijk zijn. Eén manier om weinig afval te maken is gewoon niets weg gooien. En dat is het kenmerk van onze boorolie (eigenlijk heet dat: emulgeerbaar koel smeermiddel, maar dat is zoveel typen, dat doe ik maar één keertje). Zelfs de leverancier, die ons al verteld had dat de ‘uitsleep’ van deze boorolie (Glavitech CC700) heel laag zou zijn is verbaasd door ons lage verbruik. Gelukkig ligt dit niet aan ons, maar merkt hij het ook bij andere afnemers.

Samengevat komt het er op neer dat de boorolie minder in de spanen blijft ‘hangen’, dus er blijft meer achter in de draaiautomaat, die hoeft dus minder vaak bijgevuld te worden. En boorolie emulsie vervangen doen we alleen maar als door rotting de olie onbruikbaar is geworden.En zolang je de draaimachine maar iedere dag gebruikt gebeurt dat, bij een goede boorolie, gewoon niet. We gooien dus geen oude emulsie weg. En dat idee is voor velen even wennen.

woensdag 4 maart 2009

Smeerboel

Smeerboel

Goed gereedschap is het halve werk. En een heel belangrijk gereedschap bij draaiwerk, dus ook bij automatendraaiwerk, is het koel/smeer middel. Dat moet er namelijk voor zorgen dat het snijdende gereedschap scherp blijft. En dat doet het door te koelen en te smeren. De naam zegt het allemaal al.

Wat leidt nu tot de keuze van een koel/smeer middel? Voor ons om te beginnen de ‘hanteerbaarheid’. En daarna pas prestaties. Want als je een perfect werkend koel/smeermiddel hebt , maar het geeft jeuk en rode vlekken als je het aanraakt maakt dat niemand blij. En het moet niet alleen mensvriendelijk zijn, maar ook machine vriendelijk. En daar beginnen gelijk een heleboel beperkingen, want een draaimachine kan knap kleinzerig zijn. Daar zijn onze langdraaiautomaten schoolvoorbeelden van.
Bij een langdraaiatomaat heb je natuurlijk rekening te houden met de geleidebus. Deze geleidebus moet alle dwarskrachten die bij het langdraaien optreden opvangen. Dus kan de druk tussen geleidebus en het materiaal vrij hoog worden. Daarom moet er goed gesmeerd worden. Bovendien is de lagering van de geleidebus voor de smering vaak afhankelijk van de koel olie die langs stroomt. Daarom schrijven de meeste fabrikanten dwingend het gebruik van snijolie voor, en is koel emulsie ("boorolie") streng verboden.
En dat is helemaal terecht, want de voedingen zijn bij het langdraaien vaak zeer klein (tot enige honderdsten van een millimeter per omwenteling). Daardoor wordt de specifieke snijkracht zeer groot, en die laat zich met smering weer enigszins reduceren.

Langs dezelfde lijn redenerend kun je zeggen dat het volkomen onterecht is dat koel emulsie verboden is, want door de grote specifieke snijweerstand treedt zoveel warmte ontwikkeling op dat allen goede koeling de snij condities nog kan redden. En we gebruiken tegenwoordig een koelolie emulsie (ofwel "boorolie", Glavitech CC700) die de smerende eigenschappen heeft van een goede snijolie. Die gebruiken we dan ook op onze grootste langdraai automaat. Want deze heeft een (JBS) geleidebus die door met olie ‘benevelde’ perslucht bediend wordt, en daar zijn smering van krijgt. Door de overdruk kan het waterige koelmiddel niet bij de lagers komen. En dat is prettig, want deze machine kan zoveel vermogen in zijn draaiwerk stoppen dat snijolie spontaan in rook op zou gaan. (En dan kan ik een leuk stukje over afzuiging schrijven).

Voor de kleinere langdraai automaten geldt dit bezwaar minder. Deze kleine draai machientjes hebben een minder zware aandrijving, dus komt er ook niet zoveel energie op de snijkant van het gereedschap vrij. Toch kan het er behoorlijk dampen, en hebben wij, na heel veel experimenten, geleerd dat de laagst gedoopte en dunste olie de beste resultaten geeft. Dat is voor ons Glavitech CC22 geworden, dat is een dunne olie met weinig toevoegingen. En als de doping niet verbrandt, kunnen de eigenschappen daar ook niet door veranderen. Door de lage viscositeit is deze olie makkelijk rond te pompen. Door de grote stroom olie wordt het koelend vermogen optimaal benut. Door de goede koeling hebben wij geen rookontwikkeling meer. En zo werkt een simpele, hele dunne, olie, voor ons, beter dan de high tech oliën die wij hiervoor gebruikten.

maandag 2 maart 2009

Een jubileum

Ik zie dat het de 25e upload is die ik naar deze Blog over automatendraaiwerk doe. En zo’n jubileum is natuurlijk een mooi moment voor een terugblik.
Want voor wie doe ik dit eigenlijk? Voor mezelf natuurlijk, om een ei kwijt te kunnen. Maar toch vooral voor de lezers, waar ik dat ei aan kwijt wil. Want wat is een ongewenst ei?

Ik wil wat achtergrond informatie over draaiwerk geven, dat niet op onze normale website thuishoort, en ik merk dat het werkt. Aan de bezoekerscijfers zie ik dat er soms op hele specifieke termen gezocht wordt, en dan vooral heel technische informatie over draaien en draaiautomaten. Vooral gegevens over snijsnelheid en snedediepte zijn populair.

Over die hele specifieke termen kan ik vrij kort zijn: op direct vragen over draaien kan ik, voor zover ik het antwoord weet , antwoorden. Maar de kans dat het antwoord op jouw ‘draai’ vraag toevallig in iemands weblog staat is natuurlijk heel klein. Want zelfs ‘eenduidige’ gegevens als snijsnelheid en voeding bij het draaien zijn afhankelijk van een behoorlijk aantal randvoorwaarden. Een treinwiel draai je echt heel anders dan iets met het model van een breinaald (die ‘breinaald’is typisch langdraaiwerk)
Bij iedere post staat een link om te reageren, en vragen staat nog steeds vrij.

Draaien vereist vakmanschap, en daarom is het vaak verstandig om een specialist in te schakelen. Vooral als het om langdraaiwerk gaat. Op de langdraai automaten hebben wij series tot 2 stuks gemaakt, omdat het product op een ‘gewone’ draaimachine echt niet te maken was.

En er wordt ook in heel algemene termen gezocht, en dat gaat dan vaak over het uitbesteden van draaiwerk. En daar geldt precies het zelfde. In bijna iedere bijdrage aan deze blog staat wel een link naar onze website, www.automatendraaiwerk.nl . En die link vindt u ook linksboven in de hoek van deze pagina. En op die website is al onze contact informatie te vinden. Ook langs die weg zijn (aan)vragen natuurlijk welkom.

Dus bij vragen over automatendraaiwerk, stel ze aan ons!