woensdag 22 april 2009

De draad kwijt?

Een groot deel van de gaten die we moeten maken moet daarna van een schroefdraad voorzien worden. En dat proces is door de komst van de CNC draaimachines aanzienlijk veranderd.
Vroeger was er op een draaiautomaat maar één manier om een inwendige schroefdraad te maken, en dat was tappen. (Een tap is, heel simpel gezegd, een bout met snijkanten).
Tappen heeft het voordeel dat het een eenvoudig proces is: Maak het gat op maat, de tap er met de juiste spoed in, en als de diepte bereikt is kan de tap er weer uitgedraaid worden.
Op een draaiautomaat had dat simpele proces wel veel impact: de machine moest opeens verschillende toeren kunnen draaien, en ook nog eens de spil om kunnen keren.
Het bepalen van de spoed op een curven gestuurde draaiautomaat, en het moment van afremmen en omkeren gaat met zoveel onzekerheden gepaard dat de ‘flexibel’ op de machine gemonteerd dient te worden (in een verende tapkop), en bij contact met het materiaal zijn eigen weg moet zoeken. Dit heeft soms een onzuiver begin van de draad tot gevolg.
Maar het alternatief, draadsnijden met een beitel, was technisch niet te realiseren op een curvengestuurde draaiautomaat. Voor de uitwendige schroefdraden waren er draadstreel inrichtingen. Voor een inwendige schroefdraad hadden we zoiets niet, maar dat was ook niet nodig, want er waren toch tappen?

Bij CNC gestuurde draaiautomaten gebruiken we nog steeds tappen. Want je moet er toch niet aan denken dat je een M2,5 of M3 met een beitel moet snijden. De moderne machines kunnen vaak wel nauwkeurig de tap het gat in en uit sturen, waardoor de draad zuiverder wordt, en het gereedschap langer meegaat. En voor de iets grotere draden is het vaak mogelijk om de draad inwendig te snijden, waardoor ook meer ‘exotische’ spoed en diameter combinaties, waar geen tappen voor te koop zijn, gemaakt kunnen worden. Als de klant maar een passtuk aanlevert, want kalibers zijn vaak ook niet verkrijgbaar.

Geen opmerkingen: