woensdag 15 april 2009

hoezoe klein?

Het is altijd een beetje moeilijk om over groot en klein draaiwerk te praten. Op een scheepswerf of in de onderhoudswerkplaats van de spoorwegen denkt men heel anders over ‘groot’ en ‘klein’ dan in een horlogefabriek.

Automatendraaiwerk is, in dit perspectief, toch vooral klein draaiwerk. Er is geen echte bovengrens meer voor automatisch draaien. Ook enorme carrousel draaibanken kunnen een CNC besturing hebben die het bewerkings programma automatisch afloopt. Maar voor automatendraaiwerk is er meer nodig dan automatisch draaien. Ook de aan en afvoer van de producten moet automatisch gaan. De klassieken draaiautomaat werkt daarom vanaf de staf, en de doorlaat van de hoofdspil bepaalt de maximale bewerkings diameter. Hoewel doorlaat diameters tot meer dan 100 mm voorkomen is 80 mm een veel gebruikte grens.

Op de schaal van treinwielen en scheeps-schroefassen is automatendraaiwerk dus altijd klein draaiwerk. Maar wat is nu klein?
Wij bewerken tot staven van 2 mm diameter, daaronder wordt het materiaal te kwetsbaar. Daar zijn heel andere systemen voor. ESCO maakt schattige machines waar een rol ‘draad’ (tot 0,2 mm diameter) in gaat, en de gereedschappen om het product heen draaien. Zo blijft de draad stilstaan, en kan deze niet torderen of anderszins in de knoop raken. Een werkstuk met een buitendiameter van 0,2 mm!. Daar wordt nog aan geboord, gedraaid en uiteindelijk wordt het afgestoken.

het 'normale' automatendraaiwerk kent dus wel beperkingen, maar tussen de 2 en de 80 mm diameter is er echt een heleboel mogelijk.

Geen opmerkingen: