woensdag 8 april 2009

Roestvaststaal (en) automatendraaiwerk

Roestvrijstaal, kortweg RVS is ook zo’n gevleugelde uitdrukking. Maar wel een uitdrukking die (bijna) nergens op slaat. Want als ik een stukje automatenstaal afdraai is het ook roestvrij, voor zolang het duurt tenminste. Eigenlijk is het dan ook roestvaststaal, en dat dekt de lading ietsje beter. Want als RVS niet goed behandeld wordt verkleurt het ook, en het kan zelfs doorroesten. In 2001 kwam het plafond van het (toen negen jaar oude) zwembad van Steenwijk naar beneden, omdat de RVS ophangpunten aangetast waren door de chloordampen.

Samengevat heb je ‘RVS voor binnen’ en ‘RVS voor buiten’. En bij een ‘natte’ toepassing binnen moet je RVS voor buiten gebruiken. En nu is het jammere dat RVS voor binnen zich veel beter leent voor automatendraaiwerk dan RVS voor buiten.

Onder RVS voor binnen versta ik bijvoorbeeld RVS430f en RVS303. RVS303 is de automaten variant van het bekende RVS304, en door de zwavel toevoeging is het minder corrosie bestendig.
RVS430f is minder bekend. Het is een ferritisch (dat zegt iets over de kristal structuur) staal, dat geen nikkel bevat ( de meeste RVS soorten zijn legeringen met chroom en nikkel). Door de toevoeging van zwavel (om het beter verspanend te kunnen bewerken) is het materiaal eigenlijk nauwelijks roestbestendig. Door de ferritische structuur is het magnetiseerbaar, en het wordt onder meer gebruikt in (kantoor) apparatuur, want het hoeft niet verzinkt te worden (bij bewegende delen slijt die zachte zinklaag er toch maar af ), en in magnetische ventielen en kleppen voor pneumatische, hydraulische toepassingen en zelfs watervernevelaars.

Dit onderwerp nodigt uit om ietsje verder uit te diepen, dus een volgende keer komt er meer.

Geen opmerkingen: